-
1 tegen/voor de helft van de prijs
tegen/voor de helft van de prijsat/for half the priceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tegen/voor de helft van de prijs
-
2 helft
1 half♦voorbeelden:de grootste helft • the bigger/greater halfieder de helft betalen • pay half each, go halves, go Dutchde helft is gelogen • half of it is liesmeer dan de helft • more than halfde helft meer • half as much/many againde helft minder • half as much/manyde helft te veel • fifty per cent too much/manyop/over de helft zijn • be halfway/more than halfway throughtegen/voor de helft van de prijs • at/for half the pricede helft van tien is vijf • half of ten is fivede fles is voor de helft gevuld • the bottle is half fullde tweede helft van een wedstrijd • the second half of a match -
3 Preis
〈m.; Preises, Preise〉♦voorbeelden:empfohlener Preis • richtprijsein stolzer Preis • een pittige prijsPreise auszeichnen • goederen van een prijs(kaartje) voorzienim Preis erhöhen • in prijs verhogengut, hoch im Preis stehen • een grote waarde hebbenetwas um jeden Preis verkaufen • iets tegen elke prijs verkopenum keinen Preis • in geen gevalzum halben Preis • tegen de helft van de prijszum Preis von • tegen, voor de prijs van¶ 〈 spreekwoord〉 ohne Fleiß kein Preis • zonder strijd geen overwinning; ±iwie niet zaait, zal niet oogsten/i -
4 zum halben Preis
zum halben Preis -
5 half
half1〈de〉1 half♦voorbeelden:————————half21 [de helft zijnde] half2 [voor een (groot) deel; niet helemaal] half3 [met betrekking tot het punt waar de andere helft begint] halfway up/down/along/through♦voorbeelden:een halve cirkel • a semicirclehalve dagen werken • work half timevoor half geld/tegen de halve prijs • (for/at) half pricevier en een halve mijl • four and a half milesde klok slaat hele en halve uren • the clock strikes the (full) hours and the half hoursgeen halve maatregelen • no half measuresde halve stad spreekt ervan • half the town is talking about itiets met een half woord aanduiden • (barely) hint at somethinghij hoeft maar een half woord te zeggen • half a word is enougher is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór half • there is a bus every four minutes to the half hourhet is half elf • it is half (past) tenhet is vijf voor half elf • it is twenty-five past ten¶ een halve gare • a fool/halfwit/BtwitII 〈 bijwoord〉2 [voor een deel] half♦voorbeelden:het hek is half wit en half groen geverfd • the fence is painted half white, half greenje weet niet half hoe erg het is • little do you know how serious it ismijn werk is half af • my work is half donehalf zo groot als ik • half as tall as mehalf en half tot iets besloten zijn • have more or less decidediemand iets half en half beloven • half promise someone somethingik ben er half en half van op de hoogte • I have not yet been fully informedhalf en half/half om half • half and half2 met het raam half dicht • with the window halfway down/opende deur stond half open • the door was ajarik kan het maar half geloven • I can hardly believe ithalf lachend, half huilend • torn between laughing and cryingiets maar half verstaan • understand only half of it
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский